De welzijnswerker vanuit de SWO, Rianne van Ginkel, kreeg een doorverwijzing. De vrijwilliger vond mevrouw kwetsbaar: ze had een klein netwerk, weinig activiteiten en nauwelijks contacten in de buurt.

Rianne belde haar en had een goed gesprek. Een bezoek wilde mevrouw niet, maar af en toe bellen leek haar fijn. Er kwamen meerdere telefoongesprekken. Na 3 goede telefoongesprekken zei mevrouw 'nu heb ik jou verschillende keren aan de telefoon gehad en wil ik jou wel ontmoeten.' Deze ontmoeting is gekomen en nu neemt mevrouw deel aan een gespreksgroep. De groep komt één keer per maand bij elkaar.

Soms werkt het zo dat je eerst iemand moet leren kennen via de telefoon, voordat er een ontmoeting plaats kan vinden. Ook telefonisch kunt u met iemand een band opbouwen en wat voor elkaar betekenen.